Ceratec kiest voor groei, maar laat zich niet gek maken

Steven Visser nam in 2018 een meerderheidsbelang in Ceratec, het bedrijf dat in 1983 door zijn vader en moeder was gestart. Tegen High-Tech Systems Magazine vertelt hij voor het eerst over de verrassende vraag van zijn ouders om de onderneming voort te zetten en over wat hij met Ceratec wil.

René Raaijmakers
18 oktober

Hij maakte vanaf zijn twaalfde in vakanties machines schoon en deed later ook simpel productiewerk. Maar toen Steven Visser tijdens zijn studietijd in Groningen een telefoontje kreeg van zijn ouders met de vraag of hij het bedrijf wilde overnemen, was hij toch wel verrast. ‘Mijn ouders werkten altijd hard’, zegt Visser, ‘maar het verhaal was altijd dat ze de tent op een gegeven moment zouden verkopen.’

Steven Visser in het kantoorgedeelte van het nieuwe Ceratec-pand. Zijn zus ontwierp op zijn verzoek de inrichting.

In een tijd waarin de hightech van toeleveranciers groei eist en private equity klaar staat om elk beschikbaar maakbedrijf in te lijven, is het bijzonder om te zien dat er nog familiebedrijven zijn waarvan de opvolger het lef heeft om de zaak voort te zetten. Steven Visser werd onverwacht geconfronteerd met de vraag of hij Ceratec wilde voortzetten, maar na een paar maanden bedenktijd zei hij ‘ja’.

De Chamotte Unie

Zijn vader Kees kreeg begin jaren tachtig de kans om zelf een bedrijf in technische keramiek te starten. Visser-senior werkte toen al ruim tien jaar bij de Chamotte Unie, een bedrijf dat vuurvaste onderdelen fabriceerde voor met name de metallurgische industrie. Het grovere werk, ovens en dat soort zaken. Rond de tijd dat de Chamotte Unie in 1981 werd overgenomen door Gouda Vuurvast kreeg Visser de opdracht om nieuwe toepassingen en markten te zoeken voor vuurvaste materialen.

Tijdens zijn reizen in Duitsland en Japan zag hij hoe ze daar fabricagemethoden aan het ontwikkelen waren om keramiek in te zetten in engineeringtoepassingen. Visser schreef een mooi rapport over technische keramiek en deed aanbevelingen aan de directie.

Maar in de crisistijd legde Gouda Vuurvast eind 1982 een aanzienlijk deel van de productie in Geldermalsen stil. Voor het exploreren van nieuwe markten was geen budget en Vissers adviezen verdwenen in de prullenbak. Dat bracht hem op het idee om zelf een onderneming op te zetten in technische keramiek. Hij praatte uitgebreid met zijn vrouw Wilma en die zag een dergelijk avontuur ook zitten. Ze ging de financiën doen en zou de eerste jaren deels haar oude werk aanhouden.

Daarnaast gaf Gouda Vuurvast hem een steuntje in de rug. Visser kreeg een klant, inclusief omzet, mee en een contactenlijst met leveranciers. In de startfase mocht hij zelfs kantoor houden bij zijn oude werkgever. Zoon Steven: ‘Ik kwam nog een brief tegen van de oude directeur bij Gouda Vuurvast. Daarin verzocht hij een leverancier om de start via mijn vader te ondersteunen.’

Keukentafel

Vader en moeder Visser vonden een redelijke balans in hun leven, herinnert zoon Steven zich. ‘Ze vonden dat ze het werk in acht uur per dag gedaan moesten krijgen om ook gewoon tijd te hebben voor het gezin.’ Maar bij het ontbijt en avondeten was hun ‘eerste kind’ Ceratec wel vaak onderwerp van gesprek en zo kregen Steven en zijn broer en zus veel mee over het wel en wee bij de onderneming. Nieuwe werknemers, vakantiewerk, trouwerijen en de jaarlijkse barbecues bij hen in de achtertuin zorgden ervoor dat Steven het bedrijf goed leerde kennen.

Hij kan zich nog goed de bouw van het nieuwe pand in 1995 en 1996 herinneren. Steven was tien en Ceratec was uitgegroeid naar een dozijn medewerkers. Toch had de onderneming het toen niet breed. Dat werd Steven duidelijk toen hij de winst- en omzetcijfers van de afgelopen decennia bekeek. ‘Die eerste tien jaren waren echt pittige tijden. Keramiek was een heel erg onbekend engineeringmateriaal waar nog niemand in geloofde. Kees heeft echt stad en land afgereden om te vertellen wat daarmee mogelijk was. Het vertrouwen in het materiaal is in de industrie maar heel langzaam gegroeid. De stap naar een nieuw eigen pand was midden jaren negentig een heel grote, die moest de groei in de jaren daarna gaan faciliteren.’

Steven Visser, bedrijfskundige, diplomaat, en directie-opvolger bij Ceratec.

Groningse kroeg

Het telefoontje van zijn ouders kreeg hij toen hij net zijn master bedrijfskunde in Groningen had afgerond. ‘Ze belden met zijn tweeën. Dat was net na de financiële crisis, 2010, 2011. Ze vertelden over het mooie bedrijf dat ze hadden opgezet, met een heel hecht team van zo’n twintig mensen die er allemaal al geruime tijd werkten. Het voelde voor hen als familie en ze konden het niet over hun hart verkrijgen om het in de etalage te zetten met alle risico’s van dien.’

Steven leek de aangewezen opvolger. Zijn zus deed de kunstacademie, zijn veel jongere broer had andere interesses. Maar staande in een Groningse kroeg zei hij niet meteen ‘ja’, maar nam enkele maanden bedenktijd. ‘Het betekende echt een omschakeling van het pad dat ik wilde gaan bewandelen. Ik heb toen veel gesprekken over het bedrijf gehad met m’n ouders. Hoe ze werkten, hoe het er voorstond. Ook heb ik veel gelezen over de hightech sector.’

Zo raakte hij langzaam maar zeker enthousiast. ‘Ik kende natuurlijk het team nog heel goed. Ik wist dat het heel hecht was. Ja, dan voel je je wel heel vereerd om dat verder te mogen uit bouwen.’

Veel beter imago

De kracht van het bedrijf was volgens zijn ouders de groeiende nichemarkt voor specialistische keramische onderdelen. ‘Rond 2010 en 2011 kwam alles ook weer op gang en daarnaast had de technische industrie intussen een veel beter imago.’

Vanzelfsprekend zagen zijn ouders behoorlijk wat uitdagingen voor hun zoon. ‘Ik werd verantwoordelijk voor achttien gezinnen. Tegelijk moet je wel risico’s durven te nemen. Er zijn veel kansen in de markt, maar je moet wel een hele organisatie meekrijgen. Die druk moet je aankunnen. Mijn vader en moeder waren ook duidelijk: als ik ‘ja’ zei, dan ging dit mijn levenswerk worden. Het was niet de bedoeling dat ik vijf tot tien jaar aan de slag ging en vervolgens de boel zou verkopen. Dat hebben ze zo niet letterlijk gezegd, maar het was heel duidelijk dat een verkoop op termijn niet zou worden gewaardeerd.’

Verder uitbouwen

Na enkele maanden zei hij ‘ja’. De onafhankelijkheid en uitdaging van het ondernemerschap trok hem. ‘Ik ben er ook trots op wat mijn ouders hebben opgebouwd met een hecht team. Het is een eer om dat verder uit te bouwen.’

Steven Visser ging eerst nog een paar jaar aan de slag bij 3M Technical Ceramics in Zuid-Duitsland, waar Ceratec sinds de oprichting een leveranciersrelatie mee heeft, en daarnaast bij de NTS Group. In 2014 ging hij vast bij Ceratec werken. ‘Het leek me leerzaam om eerst ervaring op te doen bij een ander bedrijf. Ik ben niet opgeleid als werktuigbouwkundige, maar ik moet uiteindelijk wel begrijpen waar het om gaat.’

Hij snapte dat hij bij Ceratec het vertrouwen moest winnen van werknemers met vaak jarenlange ervaring in de technische keramiek. ‘Ik moest aan de bak, maar voelde niet dat ik me moest bewijzen’, zegt hij daarover. ‘We zijn een familiebedrijf en zo voelt dat ook. Je moet persoonlijk betrokken zijn, gewoon de goede dingen doen en goede besluiten nemen.’ Hij begon met een logistiek project en richtte zich daarna op organisatieverbeteringen en professionalisering van de productie.

Bedrijfskunde

Het culturele aspect verraste hem in die begintijd het meest. ‘Het belang daarvan voor een organisatie en ook gewoon het werkplezier. Dat je energie krijgt van met elkaar samenwerken en samen een doel bereiken. Dat heeft me echt positief verrast. Tijdens mijn opleiding bedrijfskunde zal ik er vast wel een boek over hebben gelezen of een college organisatiecultuur gevolgd, maar het is toch totaal anders als je het zelf ervaart.’

Rond 2016, 2017, had hij het een beetje in de vingers, zegt hij. In 2018 verwierf hij een meerderheidsbelang. Vanaf 2017 is Ceratec ook meer gaan investeren in zijn productiecapaciteit. Een uitgebreid productie-engineeringteam is in Geldermalsen actief om machines zelf te bouwen of te configureren met het oog op het fabriceren van keramische onderdelen. Dat aanpassen is secuur werk. Vaak koopt Ceratec draai- en freesbanken die de engineers ombouwen tot slijpmachines waarop complexe keramische onderdelen gemaakt kunnen worden. Visser: ‘Dit soort machines zijn niet standaard te koop.’

Uniform produceren op verschillende machines

Keramiek is keihard. Het is aan de ene kant uitdagend om het te bewerken, maar tegelijkertijd moet de machine tegen het vrijkomende slijpsel worden beschermd. ‘Al de keramiek die je weghaalt, gaat door de machine heen, dus je moet voorkomen dat de bewegende delen in je machine niet gaan slijten.’

Als een recept eenmaal is bedacht en de bewerking zich heeft bewezen, dan kopieert Ceratec het exact. Visser daarover: ‘Een recept mag niet gebonden zijn aan één machine. We willen het betrouwbaar kunnen reproduceren. Op één been kan je niet staan, zeggen we hier altijd. Uiteindelijk heb je heel veel variabelen in het bewerkingsproces van keramiek. Die moet je allemaal onder controle krijgen en houden om uniformiteit te krijgen op verschillende machines.’

Elk jaar productiviteitsverhoging

Naast machine-engineering werkt Ceratec constant aan automatisering en productie-efficiëntie. Visser zegt dat het bedrijf elk jaar 15 tot 20 procent productiviteitsverhoging realiseert. Ceratecs machines zijn volgens hem door de jaren heen vier keer productiever geworden. Wie nu in de fabriek rondkijkt ziet dat cobots zelfstandig keramische onderdelen klaarmaken bij een verspaningsmachine.

Directeur Steven Visser had het geluk dat hij het pand van de buren op het industrieterrein in Geldermalsen kon overnemen. Daardoor kon Ceratec zijn productieruimte in Geldermalsen verdrievoudigen.

Naast goede werkvoorbereiding is de fabricage in Geldermalsen aan het verschuiven van conventionele rond- en vlakslijpmachines naar CNC-machines. ‘We zetten momenteel continue stappen om het werk naar geautomatiseerde CNC-machines over te kunnen brengen. Als je dat wil doen, dan moet je echt alles uit de kast halen om het te kunnen optimaliseren. Het vergt al heel veel vakmanschap om het op conventionele machines op te zetten en dan moeten we het ook nog vertalen naar CNC-programma’s om het op een betrouwbare manier te kunnen produceren. Een hele klus, want we opereren in een low volume, high complexity, high mix markt met seriegroottes van een tot pakweg tweehonderd stuks op jaarbasis.’

Metaal en keramiek

Hightech en met name semicon vormen een fors deel van Ceratecs omzet. Die loopt meestal via first-tier suppliers, een kwart gaat over de grens. In enkele gevallen gaat het om subassemblages. ‘Op dat vlak zit onze meerwaarde met name in verbindingstechnieken tussen metaal en keramiek.’

Visser wil niet ingaan op specifieke klanten, maar kan wel zeggen dat Ceratec geen last heeft gehad van de overname van Berliner Glas door ASML. Het Berlijnse bedrijf maakt onderdelen uit glas, keramiek, Zerodur en siliciumcarbide en de journalist wil weten of ASML wellicht business van Geldermalsen naar Berlijn heeft verplaatst. Visser: ‘Direct of indirect hebben we niet minder werk voor ASML dan voorheen. We merkten wel dat andere semicon-equipmentbouwers die eerst bij Berliner Glas inkochten nu naar ons komen. Daardoor is onze business juist toegenomen.’

Chemie, defensie, waterbouw

Naast de hightech is Ceratec behoorlijk actief in de chemie, defensie, voedingsmiddelen, transport en de waterbouw. De onderdelen die het voor bijvoorbeeld gemaalpompen maakt, behoren tot de grootste onderdelen die de fabriek in Geldermalsen fabriceert. Visser: ‘Maar dat zijn echt uitzonderingen, 99 procent van de spullen die we hier maken past in een schoenendoos.’

Ceratec doet momenteel ruim tien miljoen euro omzet per jaar met veertig medewerkers in een keramiekmarkt die wereldwijd met zo’n 7 procent per jaar groeit. Visser zegt geen agressief groeiscenario na te streven met Ceratec. ‘We vinden het veel belangrijker om goeie spreiding te hebben van onze klanten en onze leveranciers. We willen betrouwbaar kunnen leveren en producten aanbieden die maar weinig bedrijven kunnen maken.’

Hij is kieskeurig als het om klanten gaat, al drukt hij het diplomatiek uit. Op de vraag of hij vaak ‘nee’ zegt: ‘Nee is wel een heel hard antwoord, maar wij kwalificeren de aanvragen die het beste bij ons passen en waarin wij de meeste meerwaarde zien voor al onze klanten. Maar ja, na die kwalificatie zeggen we uiteindelijk wel ja of nee.’

Fijnmechanische mensen

Groeit Ceratec met die houding niet te langzaam? ‘Die vraag stellen we in ons managementteam uiteraard steeds kritisch. Zouden we wellicht iets harder moeten groeien? Maar we kunnen ook niet ineens een blik mensen met ervaring in de keramiek opentrekken.’

Visser zegt wel voldoende mensen te kunnen werven. Meestal komen ze van school of uit de metaal. Het vergt minstens een jaar om ze goed op te leiden, iets wat gebeurt met de Ceratec Academy. ‘Dat maakt een belangrijk deel uit van onze leercultuur. Vanwege de lange cyclustijden moeten onze mensen aan verschillende onderdelen werken. Het kan zomaar zijn dat ze drie machines tegelijkertijd bezig houden. Dat moeten ze echt als een uitdaging zien, met al die variabelen in de keramiekbewerking die je onder controle moet hebben om het betrouwbaar te produceren. Daarnaast vraagt een nieuw product aanpakken echt vakmanschap om het juiste recept te ontwikkelen: de juiste diamantkorrelgrootte, de juiste spindelsnelheid, de juiste voeding, het vraagt echt kennis en ervaring.’

Visser weet intussen wel hoe hij de sollicitanten eruit kan pikken die het meest geschikt zijn. ‘We hebben echt fijnmechanische mensen nodig. Die herkennen we al in het eerste gesprek. We zien het bijvoorbeeld aan hoe ze een onderdeel vastpakken. Sommigen zeggen op een gegeven moment ‘hoe kleiner hoe beter.’ Dan weet je dat je de juiste persoon voor je hebt. Ik herken het als dat soort mensen kleine productjes heel comfortabel beetpakken.’