Assembléon wil meer flexibiliteit in toeleverketen

Als er één machinebouwer is die permanent onder hoge kostendruk staat, dan is het wel Assembléon. De kleine speler uit Veldhoven concurreert met grote Japanse fabrikanten in een cut throat business, de markt van de electronic manufacturing services (EMS). Toch veert het bedrijf de afgelopen jaren op. Mede dankzij zijn toeleverketen.

Afgelopen mei, op High-Tech Systems 2014, vertelde topman Jeroen de Groot dat Assembléon de groei en winstgevendheid weer te pakken heeft. Dankzij een focus op klanten die behoefte hebben aan flexibiliteit en nauwkeurigheid en die daar graag wat meer voor willen betalen.

Het draait bij machines voor de EMS-markt om snelheid, nauwkeurigheid en kwaliteit, maar het mag niets kosten. Cheap accuracy noemen ze het bij Assembléon ook wel. Rechtstreeks concurreren met Japanse prijsvechters is een onbegonnen zaak. ‘Maar als je de markt en de industrie begrijpt en de spots vindt waar je met suppliers een verschil kunt maken, met je technologie en je propositie, dan kun je absoluut concurreren tegen de verticaal geïntegreerde concurrenten’, zegt De Groot.

Jeroen de Groot heeft sinds 2012 de leiding over het bedrijf. Hij werd CEO nadat investeringsmaatschappij H2 Equity Partners voldoende vertrouwen in de onderneming had gekregen. H2 nam Assembléon in 2010 over van Philips en zette enkele jaren een eigen man aan het roer. Een paar jaar later gaf H2 de leiding over aan De Groot en zijn managementteam vanwege hun lange ervaring met het bedrijf. Zelf dient De Groot inmiddels achttien jaar bij de machinebouwer waar hij marketing- en innovatiedirecteur was.

Het is de uitgebreide toeleverketen die Assembléon in staat stelt om te focussen op zijn technologie en kerncompetenties. ‘We zijn te klein om alles zelf te doen’, zegt De Groot. ‘Samen met onze toeleveranciers focussen we op onze sleuteltechnologieën. De kennis en technologie die op dit moment aanwezig is in Zuid-Nederland, is meer dan genoeg om de volgende generatie pick and place-machines te bouwen. Daarbij moeten we heel goed bepalen wat we zelf doen. Nog belangrijker is het om te weten wat we niet moeten doen. Softwarearchitectuur, motion en vision zijn de dingen die we zelf moeten doen, maar voor de algemene hardware en technologiegerelateerde zaken kunnen we terugvallen op onze suppliers in deze regio.’

Lego

Jarenlang hadden de machines van de Veldhovense machinebouwer de naam overgespecificeerd te zijn. Ze waren gewoon te goed. EMS-bedrijven konden met minder en goedkoper ook toe. Maar de elektronicacomponentjes worden steeds kleiner en dunner, de bordjes steeds complexer. Intussen is supernauwkeurigheid een unique selling point. Precisie is hoe langer hoe meer een onderscheidende factor. Waar Assembléon een paar jaar geleden nog te ver vooruitliep, bewijst het huidige succes dat het goed zit met zijn technologie. Een feature zoals de plaatsingskrachtcontroller was eerder nog vaak een overbodige luxe. Nu kunnen elektronicafabrikanten al bijna niet meer zonder, omdat de oudere minder gecontroleerde pick-and-place-machines de dunne chipjes kapotdrukken.

Assembléon lanceerde drie jaar geleden een zeer flexibele machineplatform voor klanten die met een grote verscheidenheid aan borden werken en snel willen kunnen omschakelen. Op dit terrein claimt het de productiviteit met zo’n 30 procent te kunnen verhogen. De Veldhovense machinebouwer mikt met zijn Iflex-platform niet op de grote Aziatische massafabrieken, maar juist op Europese en Noord-Amerikaanse bedrijven.

Een dergelijke machine in zeer veel markten wegzetten kan alleen met een platformbenadering. ‘Een dedicated machine voor elk deel van de markt met de bijbehorende life cycle management en TPD-controle is veel te gecompliceerd’, zegt De Groot. ‘Dus moeten we platformgebaseerde technologie gebruiken.’

Dit betekent dat de AX- en Iflex-machines van Assembléon zeer modulair zijn ontworpen. ‘De machines bestaan uit robots met specifieke functies om de componenten in de machine te krijgen en andere functies als camerasystemen en plaatsingskoppen. Die modules hebben een mechanisch en softwarematige interface, want het moet plug and play zijn. We zeggen altijd dat het als lego is. Dat is de enige manier waarop je machines kunt bouwen die je in veertig uur in elkaar zet. Anders lukt dat niet.’

Lean

In de Brainport-regio definiëren OEM’s inmiddels op hoog niveau hun modules en outsourcen die vervolgens aan key suppliers die ook in technologie investeren en die zelf meebouwen aan de toeleverketen. ‘Is dat model ook te gebruiken voor een industrie die veel meer massa- en kostengedreven is?’, vroeg De Groot op High-Tech Systems. De vraag is hier boven al beantwoord: dat kan, als je de klanten begrijpt en je technologie en propositie goed afstemt.

Wat is er dan voor nodig om de huidige winnende strategie voort te zetten en te verbeteren? De Groot wil zijn supply chain opnieuw vormgeven en geeft toeleveranciers een ambitieuze doelstelling. Hij wil dat ze leveren binnen de levertijd van vier tot acht weken die klanten ook van Assembléon verwachten.

‘Volume is voor ons niet de juiste weg. We moeten het van flexibiliteit hebben. Dat betekent ook keuzes maken. We kunnen niet het meest flexibele en technologisch het meest geavanceerde bedrijf zijn en tegelijk de goedkoopste. Voor flexibiliteit hebben we de technologie van onze toeleveranciers nodig. Dan kunnen we niet de goedkoopste zijn, maar wel de beste’, aldus De Groot.

Assembléon wil naar een toeleverketen waar het op elk moment precies weet wat waar is. ‘We moeten onze verkoop-forecasting, beter doen. Als we het niet weten, dan moeten we toch een cijfer geven en daar aan vasthouden. Er zijn buffers, maar het moet nauwkeuriger.’

Klanten vragen Assembléon meer opties bovenop hun basismachines. Zelf kan het bedrijf binnen de levertijd van de machine nieuwe softwarefuncties en features leveren. ‘We kunnen snel speciale ontwikkelingen voor een klant doen. Scrum en agile werkmethoden helpen ons om die specifieke wensen in te vullen. Dat kan omdat we platformgebaseerd en softwaregebaseerd werken. Klanten betalen daar ook voor.’

Bij wereldwijde contracten levert Assembléon meestal in zes weken. Daar leggen klanten een grotere druk op wat de machine kan. Aan urgent requests kan de machinebouwer binnen een tot drie weken voldoen. ‘Dan wil ik niet afhankelijk zijn van wat er in de supply chain gebeurt’, zegt De Groot. ‘Wij willen een toeleverketen die is ontworpen voor zo’n snelle reactietijd. Het moet er dus niet van afhangen of er wel of niet materiaal aanwezig is bij suppliers. We hebben iets nodig dat ons altijd levert wat we nodig hebben.’

Bij het einddoel, een levering van de supply chain binnen de levertijd naar zijn klanten, is Assembléon nog niet. De Groot: ‘Daar zijn we ook niet binnen korte tijd, maar het is wel iets waar we naar streven, een lean supply chain. Dat begint met precies weten waar we goed in zijn. Dus niet waarvan we denken dat we goed in zijn, of goed in zouden moeten zijn, maar waar we echt goed in zijn. Dat maakt het makkelijk om keuzes te maken in projecten en projecten samen met toeleveranciers.’