Assembléon introduceert flexibel pak-en-plaatsplatform
Vandaag lanceert Assembléon op de Productronica in München een nieuwe pak-en-plaatsmachine. Het flexibele Iflex-platform heeft de Veldhovense machinebouwer ontwikkeld voor elektronicaproducenten die werken met een grote verscheidenheid aan borden. Op dit terrein claimt het de productiviteit met zo‘n dertig procent te kunnen verhogen. Assembléon ziet de afzetmarkt vooral in Europa en Noord-Amerika en mikt nadrukkelijk niet op de grote elektronicafabrieken in Azië waar de bordjes in grote getallen van de band rollen. Verder stellen de Veldhovenaren dat de Iflex hooguit tien fouten op een miljoen borden maakt.
De Iflex is een modulair platform met drie mogelijke bouwblokken. Afnemers kunnen tot acht van deze modules aan elkaar koppelen. De Iflex T4 is bedoeld voor het snel plaatsen van kleinere chips. Met vier lineaire aangedreven plaatsrobots en acht koppen haalt deze module een snelheid van 51 duizend componentjes per uur. De robotarmen hebben grofweg de vorm van een laars en zijn gemaakt van lichtgewicht composiet materiaal – een nieuwigheidje voor Assembléon dat de machine sneller en energiezuiniger maakt. Ze worden lineair ’over de zool‘ aangedreven langs de zijkant van de machine. De kop schuift loodrecht daarop in de y-richting van ’hak naar scheen‘. De plaatskop die de z-beweging voor zijn rekening neemt, heeft Assembléon hergebruikt uit eerdere pak-en-plaatsmachines.

De tweede module, de Iflex T2, is flexibeler. Dit bouwblok heeft twee plaatsrobots (vier koppen) die op dezelfde manier worden aangedreven als bij de T4. Er is voor elke arm een extra positie voorzien waar de machine de oriëntatie van de opgepakte component kan checken. Zo verhoogt Assembléon de nauwkeurigheid van de plaatsing maar dat gaat wel ten kosten van de snelheid. De T2 kan ’slechts‘ 24 duizend chips per uur wegzetten.
Waar de T2 en de T4 de componenten van een tape afpakken, kan de derde module, de Iflex H1, ook overweg met trays met grotere componenten. Voor de verwerking van die bakjes ontwikkelde Assembléon in samenwerking met NTS eerder al een verbeterde Tray Trolley. Het Iflex-blok is wel de traagste van de drie. Met een gantry-constructie komt het tot een snelheid van 7100 componenten per uur.
Opvallend aan het Iflex-platform is dat Assembléon voor het eerst twee onafhankelijke productiesporen naast elkaar heeft gelegd. Elektronicafabrikanten kunnen daardoor bijvoorbeeld op de ene baan volumeproductie draaien en op de andere baan kleinere batches afleveren. De sporen bestaan uit twee smalle lopende bandjes. Via een spindelaandrijving is de afstand daartussen – en daarmee de breedte van deze sporen – instelbaar. Opnieuw met het doel snel te kunnen switchen tussen verschillende productieopdrachten.