Als mkb’er in Europa, droom of desillusie?
Het eerste halve jaar van de nieuwe Europese subsidieperiode 2014-2020 is voorbij. De verwachtingen voor de nieuwe internationale subsidieprogramma’s waren vooraf hoog gespannen. Vooral voor het mkb zou er meer te halen zijn in Europa. Een van de belangrijkste Europese mkb-programma’s is het SME-instrument, onderdeel van Horizon 2020. De eerste evaluatie pakt niet goed uit voor Nederland, we scoren te laag. Slechts vier van onze ruim honderd ingediende aanvragen halen de eindstreep.
De lage score is opvallend, want gedurende de vorige Europese subsidietermijn, van 2007 tot 2013, was Nederland verhoudingsgewijs juist een van de landen die het meest gebruik wist te maken van de internationale subsidiepotjes. Werk aan de winkel, zou je zeggen. Maar wat moeten ondernemers zich realiseren voordat ze beginnen aan een Europees subsidieavontuur?
Als ondernemer ondernemen op het hoogste niveau, je krachten meten op de internationale markt, dát is wat je eigenlijk doet als je met een innovatief project deelneemt aan een Europees subsidieprogramma. Het klinkt prachtig ambitieus. Bovendien gaat het bij Europese subsidies ook vaak om hoge bedragen. De keerzijde van de Europese regelingen is echter – nog steeds – dat de toelating streng is, en de eisen voor de verantwoording hoog. Bovendien worden de programma’s vaak vele malen overtekend waardoor het budget vroegtijdig is uitgeput. Ondanks dat Europa in aanloop naar Horizon 2020 beloofde dat internationale subsidies toegankelijker zouden worden voor het mkb.
Het SME-instrument is bedoeld voor bedrijven met ambitie om te groeien. Ze moeten internationaal georiënteerd zijn en innovatief. Subsidie is er voor het ontwikkelen van innovatieve oplossingen en het verkennen van nieuwe markten. Ondernemers kunnen subsidie aanvragen voor twee fases uit het ontwikkelproces: de fase waarin de technologische en economische haalbaarheid wordt onderzocht en de daadwerkelijke ontwikkelings- en demonstratiefase, met subsidie voor demonstratie, tests, prototyping, opschaling, miniaturisering, design en markttoepassing.
De bijdrage is aantrekkelijk: maar liefst 70 procent van de voor subsidie in aanmerking komende kosten wordt vergoed. Voor projecten in de haalbaarheidsfase wordt een totaalbedrag van vijftigduizend euro toegekend. Voor ontwikkelings- en testfase ligt de gemiddelde EU-bijdrage tussen de 0,5 en 2,5 miljoen euro.
Zonde dus dat de Nederlandse mkb’er in de eerste ronde weinig succes heeft gehad bij dit instrument. Toch moet je als ondernemer wel een aantal zaken afwegen. Vraag niet alleen een Europese subsidie aan vanwege het hoge subsidiebedrag. Je moet ook echt van plan zijn Europa in te gaan om op internationaal niveau te gaan ondernemen. Het Europese avontuur eindigt namelijk niet nadat de subsidie is binnengehaald. Dan begint het eigenlijk pas. Het komt te vaak voor dat bedrijven worden geprikkeld door Europese subsidiepotjes, maar in de praktijk niets te zoeken hebben in Europa. En ook niets te zoeken willen hebben. Dan wordt de Europese droom een desillusie.
Maar voor ondernemers die bezig zijn met innovatieve projecten, bijvoorbeeld op het gebied van hightech, mechatronica en programmatuur, en denken dat Europa zit te wachten op hun nieuwe oplossing, is het SME-instrument een uitgelezen kans om een mooi subsidiebedrag te ontvangen en je horizon te verbreden. Een kans die je, net als je Europese collega-ondernemers, niet moet laten liggen.