Achtjarig pad Brainport Industries met kansen en pijnpunten in hightech-toelevering
Brainport Industries presenteerde tijdens zijn jaarcongres een update van zijn strategische roadmap. Behalve de huidige sterktes en zwaktes schetst het tijdpad de kansen en bedreigingen tot pak ’m beet 2030.
Het hightech-ecosysteem beleefde de afgelopen decennia een weergaloze groei, vooral getrokken door de chipmarkt, met in de regio Eindhoven ASML als dominante partij. Vanuit Veldhoven klinkt de roep om er de komende jaren een behoorlijke schep bovenop te doen.
Daar gaan ze opschalen in euv en alle andere ASML-platforms groeien mee. Dus zijn er ook onderdelen nodig voor droge en natte systemen en daarnaast voor de metrologiedivisie, die ook als een tierelier draait. Verder vraagt ASML’s installed base volop upgrades en reserveonderdelen. In Eindhoven frezen gereedschapsmakers nog wekelijks onderdelen om bijna tweeduizend Pas-machines uit de jaren negentig in het veld draaiende te houden.
Hoe hoger toeleveranciers in de keten zitten, hoe moeilijker het is om nee te zeggen. Zeiss, Trumpf en VDL ETG zitten in een huwelijk waarin scheiden geen optie is. Wat lager in de keten speelt die afhankelijkheid minder. Op het niveau van freeswerk kunnen metaalbewerkers best nee zeggen. Maar feit is dat ASML voor de meeste leveranciers verreweg de belangrijkste opdrachtgever is. De lithogigant heeft ook zijn criterium losgelaten dat het wenselijk is dat toeleveranciers voor niet meer dan 25 procent van hun omzet afhankelijk zijn van de machinebouwer.
Vanuit de vraagkant bekeken, zit de hele Eindhovense hightech in een luxepositie. Maar het ecosysteem krijgt steeds meer krampen met een tekort aan technisch geschoold personeel, de beschikbaarheid van werkkapitaal en de digitalisering. Het zijn lastige, maar overkomelijke uitdagingen.
Nog grotere gorilla’s
Wie de Brainport Industries-roadmap leest, ziet dat het schuurt tussen suppliers en een kleine groep dominante klanten. Daarbij ontstaat wel de indruk dat vooral de eerstelijnsleveranciers de belangrijkste stem hebben in het document. Het hightech-toelevernetwerk is sterk afhankelijk van ‘oem’s en hun positie op de wereldmarkt’, schrijft de roadmap. Dit geeft scheve machtsverhoudingen. De roadmap noemt ze niet bij naam, maar denk vooral aan ASML, Thermo Fisher Scientific en Philips Healthcare.
We kunnen hier ook de kanttekening bij plaatsen dat deze oem’s op hun beurt met nog grotere gorilla’s te maken hebben. Bijvoorbeeld de druk en de eisen van partijen als Intel, TSMC en Samsung zijn hoog als het om litho, metrologie en analyseapparatuur gaat.
De strategische roadmap ziet het streven naar gelijkwaardige relaties tussen oem’s en toeleveranciers als een van de belangrijkste doelen. ‘Gezonde en gelijkwaardige relaties (…) zijn een belangrijke voorwaarde voor gezamenlijk succes. Toeleveranciers hechten waarde aan een betere verdeling van baten en lasten in de keten. Inzicht in de waardering van de samenwerking in het toelevernetwerk ontbreekt echter’, zo staat er.

Schouderophalend
Ook hier weer: hoe hoger in de keten, hoe hoger de afhankelijkheid en hoe meer deze relatie kan knellen. Sommige gereedschapsmakers – hier hebben we het weer over de onderkant van de keten – reageren hierover schouderophalend. Voor hen is de ASML-relatie minder dwingend en zij zien volop mogelijkheden buiten de semiconmarkt. Die heeft hen echter al wel enkel decennia verwend met een continu groeiende business – met uitzondering van de jaren 2008 en 2009.
Dus kunnen we aannemen dat met name de gemiddelde first tier zijn inspanningen onvoldoende vertaald ziet in zijn beloning. Waar Zeiss en Trumpf marges behalen die gelijk zijn aan die van hun partner ASML, ligt de ebitda-marge (winst van een bedrijf vóór rente, belastingen, afschrijvingen en afschrijvingen, als percentage van de omzet) voor hightech-toeleveranciers in Nederland ergens tussen de 5 en 15 procent. Wie uitzonderlijk werk levert, kan tegen de 20 procent bereiken, ook tweede- en derdelijnsleveranciers, al hebben we het dan wel over excellente partijen die unieke kunstjes kunnen. Leveranciers die niet onderscheidend zijn, moeten het met veel minder doen.
Het nadeel van de Brainport Industries-roadmap is dat het een grof gemiddelde is. In de markt hoor je heel veel verschillende geluiden. Sommige first tiers zeggen bijvoorbeeld prima tevreden te zijn met de hun toebedeelde ebitda-marge van 10 procent.
Betalingstermijnen niet meer van deze wereld
Het is overigens niet zo dat suppliers over de volle breedte morren over hun aandeel, maar vrijwel iedereen vindt de betalingstermijnen zoals ASML die hanteert niet meer van deze wereld. Leg dat naast de noodzaak aan groeikapitaal, uitgestelde leveringen, planningen die opschuiven, voorraden die liggen te wachten en je voelt de spanning in de keten stijgen.
Daarmee zijn we bij de financiële paragraaf aangeland. Om met ASML, Applied, KLA en Thermo Fisher mee te groeien, is geld nodig. ‘De afwezigheid van investeringsfondsen belemmert de groei van veelbelovende hightech maakbedrijven’, staat er in de roadmap. ‘Daarnaast is er te weinig werkkapitaal om in capaciteit mee te groeien met oem’s.’
Hier hebben we het over twee verschillende zaken. Intussen neemt de belangstelling van investeringsfondsen toe. Dat laten ook de investering van Hal in Prodrive (31,45 procent van de aandelen) en de overname van Muon door Idex voor 700 miljoen euro zien.
Werkkapitaal is een andere zaak. Dat is het geld dat nodig is om bestellingen te kunnen doen of om de klappen op te vangen als er voorraden blijven liggen omdat er wordt gewacht op vertraagde componenten uit de keten. Meestal zijn het de banken die daarvoor de financiële smeermiddelen verstrekken, maar ook de Bom levert soms werkkapitaal naast groeikapitaal (voor de aanschaf van bijvoorbeeld machines of gebouwen).
Hier steekt het Brainport-netwerk de hand in eigen boezem: ‘Vanuit het hightech-ecosysteem is weinig initiatief om financiering voor innovatie en ondernemerschap te organiseren die nodig is om de concurrentiepositie van het ecosysteem te handhaven.’
Dure infrastructuur en superschoon werken
Door de hoge eisen van hun klanten prijst het hightech-ecosysteem zich met zijn dure infrastructuur en superschoon werken uit de markt. In vage roadmaptaal: ‘Het lukt niet alle toeleveranciers om buitenlandse oem’s te bedienen vanuit de waarde van het Nederlandse hightech-toelevernetwerk.’
De afhankelijkheid van een handvol grote oem’s maakt de hightech-toeleverketen ook kwetsbaar, zegt het document. De huidige mondiale disrupties zoals de pandemie, de fors gestegen grondstofprijzen en cybercriminaliteit hebben ook de risico’s blootgelegd van een beperkt toelevernetwerk.
Je zou ook kunnen stellen dat veel hightech-suppliers zo druk waren – of zijn – dat ze geen tijd hebben voor innovatieve businessoplossingen. High-end hoeft niet altijd te betekenen dat je ultraschoon en ultraprecies moet werken. Sommige toeleveranciers vonden bijvoorbeeld een oplossing door hun activiteiten voor hightech en de medische markt te splitsen. Ze bedienen die markten vanuit verschillende fabrieken met andere vereisten en andere businessmodellen. Als een klant in de medische wereld dan de stekker eruit trekt, hoeft de semicon-activiteit daar geen last van te hebben.
Bereidheid tot samenwerking kan afnemen
De roadmap stelt dat met de mondiale ontwikkelingen een herijking nodig is van de positie van het hightech-toelevernetwerk ten opzichte van Azië en Oost-Europa (de VS blijven hier onvermeld, RR). Reden voor het Brainport Industries-netwerk om op te roepen tot meer samenwerking. ‘Door verdere groei en consolidatie lijkt bij grote hightech-toeleveranciers het gevoel te ontstaan dat ze het alleen kunnen’, zo staat er. ‘Hierdoor kan de bereidheid tot samenwerking in/met het toelevernetwerk afnemen.’
Daarmee komt het bestaansrecht van Brainport Industries op tafel. Enkel echt grote first tiers vinden het nu niet nodig om met het hele ecosysteem op te trekken. Voorbeelden zijn VDL ETG, TBP Electronics en GL Precision – traditionele Brainport Industries-leden zijn nu ook door VDL opgekocht. Die zijn nog lid, maar blijft dat? VDL-werkmaatschappij ETG (dit jaar naar schatting 1,2 miljard euro omzet) dopt tot nu toe liever zijn eigen boontjes. Ook het onstuimig groeiende Prodrive denkt er blijkbaar zo over. Een partij als Bosch Rexroth kan zich onafhankelijk opstellen als onderdeel van een zeer kapitaalkrachtig moederbedrijf.
Wellicht is voor Brainport Industries ook de huidige consolidatieslag bedreigend. Lokale partijen als LouwersHanique, Millux en Veco gingen op in grote, inmiddels internationale, partijen of kregen deelnemingen zoals Kusters. De strategieroadmap waarschuwt dat de wereldwijde concurrentie groot is en de technologieontwikkeling razendsnel gaat. ‘Zonder gezamenlijke investeringsagenda kan de technologiepositie van het hightech-toelevernetwerk onder druk komen te staan.’
Het lijkt dat het Brainport Industries netwerk-met zijn groei (nu 120 leden) laat zien dat het zijn leden voldoende kan bieden.
Immuun voor alle wereldellende
Nogmaals, met een recessie in zicht bevindt het hightech-toeleverecosysteem zich met ASML en Thermo Fisher Scientific in een redelijke luxepositie. Beide lijken op dit moment immuun voor alle wereldellende, profiteren er zelfs van. Die situatie zorgt ook voor een zekere solidariteit onder concurrenten. ‘You win some, you loose some’, in goede tijden is het ook niet zo heel erg moeilijk om een opdracht te verliezen. Maar ondanks dat zijn al deze partijen ook erg verstrengeld. Iedereen levert aan iedereen.
De aanwezigheid van veeleisende klanten zorgt in de regio natuurlijk ook voor een excellente technologiepositie voor leveranciers. ‘Nieuwe ontwikkelingen zijn bepalend voor de huidige concurrentiekracht van het ecosysteem en helpen met name grotere toeleveranciers een meer ondernemende houding aan te nemen’, schetst de roadmap.
Het is een solide basis die kansen schept. De roadmap denkt dan aan verbreding van de klantenbasis. Ook zouden meerdere toeleveranciers met multi-sourcing kunnen helpen om de robuustheid van het ecosysteem te vergroten.
Daarnaast liggen er kansen door het netwerk wereldwijd verder uit te bouwen. Daar zijn een aantal partijen als VDL ETG, NTS, KMWE en Sioux al jaren mee bezig. Zij bewegen mee met klanten als Applied Materials, Besi, KLA en ASM door zich bij opdrachtgevers te vestigen op hightech-locaties als Singapore en Shanghai. ‘Oem’s volgen naar Azië kan de samenwerking (…) versterken’, aldus de roadmap, die ook het aantrekken van buitenlandse oem’s naar Nederland wenselijk vindt.
Regionale sterkte opbouwen gebeurde in het verleden als initiatief van enkele of een groep suppliers. Voorbeelden zijn Brno, Maleisië, Shanghai en Singapore. Daar ligt waarschijnlijk niet echt een rol voor Brainport Industries.