Aanhoudende onzekerheid zorgt voor lagere industrieomzet

David Kemps

18 december 2020

De coronapandemie zorgt voor een wereldwijde economische recessie. Ook de Nederlandse industrie is hard getroffen. Sinds de zomer klom de industrie langzaam uit het dal van de eerste lockdown. Vooral nieuwe exportorders zorgden voor herstel. De huidige tweede golf van oplopende coronabesmettingen smoort echter het economische herstel in Europa in de kiem. ABN Amro verwacht dat de gedeeltelijke lockdowns de komende maanden leiden tot een afname van de vraag naar industriële goederen en machines.

David Kemps is sector banker Industrie bij ABN Amro. Foto: Hannie Verhoeven

Het nieuws over de vaccins geeft hoop en is aanleiding tot optimisme. ABN Amro gaat echter uit van de WHO-prognose dat een vaccin medio 2021 beschikbaar is en pas eind 2021 volledig is uitgerold. Bovendien houden wij rekening met een nieuwe opleving van het virus begin 2021, die waarschijnlijk in omvang en economische schade minder fors is dan de tweede golf, maar desalniettemin het herstel in de weg zit in de eerste helft van 2021. In de tweede helft verwachten we dat het herstel sterker zal zijn. In anticipatie op een vaccin zal de industrie haar productiecapaciteit opschroeven. De prognose is dat de Nederlandse economie in 2020 met 5,6 procent krimpt en in 2021 met 2,1 procent groeit. Dit houdt in dat het bbp eind 2021 nog niet terug is op pre-coronaniveau.

Uit de recente CBS-cijfers blijkt dat binnen de industrie de meeste subsectoren een licht herstel van de productie zien, met uitzondering van de machinebouw. Het lage consumentenvertrouwen, gevoed door de aanhoudende vrees voor besmetting en de verhoogde inkomensonzekerheid, zorgt voor terughoudendheid bij ondernemers om nieuwe productiemachines aan te schaffen.

De exportsector vormt een lichtpuntje. De wereldhandel trekt al enkele maanden aan, getrokken door het economisch herstel in Azië. Het volume van de Nederlandse goederenexport lag in september 0,7 procent hoger dan een jaar eerder – het eerste positieve cijfer sinds februari. De chemie en de agrarische sector trokken daarbij de kar, maar ook de machinebouw voor de hightech- en foodsector profiteerden hiervan.

ABN Amro-prognoses (volumes, jaar-op-jaar) per industriële subsector zijn:

2019 2020 2021 2022
Chemie -4,0% -3,0% 1,5% 1,0%
Rubber en kunststof 1,5% -7,0% 2,5% 1,5%
Basismetaal -6,0% -14,0% 6,5% 7,0%
Metaalproducten 0,0% -7,5% 1,0% 3,0%
Elektrotechnisch -1,5% -5,0% 1,0% 2,0%
Elektrische apparaten 7,0% -5,0% 1,0% 2,0%
Machinebouw 2,5% -2,0% 5,0% 10,0%
Transportmiddelen 0,0% -16,0% 10,0% 3,0%
Meubelindustrie -3,0% -7,0% 2,0% 1,5%
Totaal industrie -1,0% -6,0% 3,0% 3,5%

Machinebouw heeft veel last van de lage investeringsbereidheid wereldwijd, maar we zien wel enkele hightech machinebouwers profiteren van hun investeringen in onderhoud en besturing op afstand. Zolang onderhoudsmonteurs de grens niet over mogen, is het verhelpen van problemen en het geven van service enkel digitaal mogelijk. Ontwikkelingen bij machinebouwers als digitale opleiding, remote control en predictive maintenance krijgen dan ook een extra duwtje in de rug door de coronacrisis.

Sinds 1 november heeft het collectieve uitstel van rente- en aflossingsbetalingen plaatsgemaakt voor maatwerkaanpak door de banken. Binnen de klantportefeuille van ABN Amro zien we geen grote liquiditeitsproblemen opdoemen voor de industriële klanten, maar de productie heeft steeds meer te lijden onder de uitval van werknemers door coronoklachten. De recente ledenenquêtes van de Koninklijke Metaalunie en de FME laten hetzelfde beeld zien. Afnemende orders en verhoogd ziekteverzuim zijn nu de grootste veroorzakers van problemen, maar toch geven respectievelijk 81 en 77 procent van de deelnemers aan dat ze binnen nu en een jaar geen liquiditeitsproblemen verwachten.

Ik zou daarom ook graag optimistisch willen afsluiten: het nieuws over de nieuwe vaccins geeft hoop en ik quoot daarom graag uit de column van mijn oude leermeester, Han de Jong van Crystal Clear Economics: ‘Het gaat goed komen, maar heb enig geduld!’