Aandacht voor lean, simulatie en verbruik verbetert proces

De industrie heeft zijn pijlen onverminderd gericht op procesverbetering, kostenreductie, innovatie en duurzaam produceren. Hollander Techniek bood onlangs een helpende hand in de vorm van een seminar met efficiency als leidend thema. Medio oktober kwamen actuele ontwikkelingen aan bod zoals lean, simulatie, energie-efficiency en innovatiesubsidies. In een interview voor Mechatronica&Machinebouw verwoorden de sprekers hun kernboodschap.

27 januari 2014

‘Organiseren zonder verspilling, continu verbeteren gericht op het zo effectief en efficiënt mogelijk creëren van klantwaarde – samen met alle medewerkers van het bedrijf’, vat expert Jacqueline Hofstede van Lean Innovation Network het begrip lean samen. Wat heeft waarde voor de eindgebruiker? Welke processtappen voegen waarde toe? Doe pas iets als de (eind)klant erom vraagt, zodat het nog te maken product al is verkocht en het liefst ook al is betaald. Zet alle processtappen in de juiste volgorde en streef naar perfectie door continu te verbeteren. Bedrijven die deze filosofie doorvoeren in hun organisatie kunnen mooie resultaten tegemoetzien, stelt Hofstede.

Ergo-Design en Hollander Techniek simuleerden de cv-ketelfabriek van Nefit-Bosch wat leidde tot een snellere en efficiëntere productie.

Op de website van Lean Innovation Network staan testimonials van onder meer een bedrijf dat zijn productiecapaciteit heeft verdubbeld op de helft van het vloeroppervlak (een kostbare uitbreiding bleek niet nodig) en een bedrijf dat zijn levertijd van drie weken naar twee dagen terugbracht. Ongelooflijke resultaten maar allemaal echt waar, zegt Hofstede. ‘Toch kom ik nog steeds bedrijven tegen die dat niet geloven. Lean is veelbelovend, maar de echte doorbraak moet nog steeds komen.’

Volgens Hofstede kampt de uit Japan afkomstige bedrijfsfilosofie met een hardnekkig vooroordeel. ‘Lean zou alleen zijn bedoeld om met minder mensen hetzelfde werk te doen, wat tot botte saneringen zou leiden. Pertinente onzin’, aldus de lean-specialiste die veel verwacht van de verbinding met duurzaamheid: lean & green. ‘Duurzaamheid motiveert mij persoonlijk heel erg. Ik weet dat dit voor meer mensen speelt. Duurzaamheid wordt straks het overkoepelende thema. Lean biedt het gereedschap daar invulling aan te geven.’

Commitment van het topmanagement is essentieel, beschrijft Hofstede een van de drempels. ‘Lean is niet het feestje van de productievloer maar een filosofie die in alle geledingen van de organisatie moet zitten.’ Hofstede noemt het befaamde voorbeeld van Scania in Zwolle dat lean tot in de haarvaten van de processen heeft doorgevoerd onder het motto ‘Excelleren in assembleren’. ‘Minder bekend is dat juist het hoogste management in thuisbasis Zweden lean heeft omarmd. De monteurs op de werkvloer noemen zij the most important persons want die voegen de waarde toe.’ Dat verklaart ook de veranderende rol die de managers in het bedrijf krijgen, licht Hofstede toe. ‘Lean vereist andere competenties. Managers moeten niet sturen maar coachen.’

Bij apparatenbouwer Nedap Inventi nam de productieleiding het initiatief tot lean. De populariteit van zonne-energie gaf aanleiding het assemblageproces van de Powerrouter, een omvormer voor zonnepanelen, zo gestroomlijnd en efficiënt mogelijk te laten verlopen. Lean dus. Met behulp van de operators is hun werkplek grondig heringericht. ‘We kwamen bij Hollander Techniek voor een pick-to-light-systeem voor de te assembleren onderdelen, maar het bedrijf wilde het probleem verhelpen en niet alleen een product integreren. Dat heeft goed uitgepakt’, vertelt Herbert Harderwijk, medewerker van het team dat zich richt op het verbeteren van de productieprocessen binnen Nedap Inventi. De lijnmanagers beoogden de productie op te voeren van 120 naar 150 omvormers per week, maar er kunnen nu wekelijks 250 van deze apparaten worden gemaakt. Voorheen stond een team van vijf operators een volle week te werken om het benodigde aantal omvormers te assembleren. Nu zijn er dat, afhankelijk van de klantvraag, nog maar twee. Harderwijk: ‘Ons hoogste doel is het percentage producten dat meteen de eerste keer door de eindtest komt. We zitten nu rond de 88 procent; het streven is 98 procent.’

 advertorial 
Bits&Chips event 2023

Test less, verify Moore

At the Bits&Chips Event 2023 on 12 October 2023, Phillipa Hopcroft from Cocotec and Ivo ter Horst from ASML will kick off with a keynote speech on transforming how lithography machine software is built. Make sure to keep an eye on the website for program updates and save the date!

Lean is volgens Harderwijk een proces van de lange adem. ‘Er zijn bedrijven die er al na een jaar mee ophouden en zeggen dat het niets oplevert. Dat is een verkeerde focus. Lean is geen kunstje om op korte termijn kosten te reduceren maar een proces van meerdere jaren. Het moet echt tussen de oren zitten. Als je niet in lean gelooft, kom je niet verder.’

Nefit

Steeds meer productiebedrijven maken voor de bouw van fabrieken of de vernieuwing van bestaande proceslijnen gebruik van simulatie. ‘Investeringen in nieuwe proceslijnen vergen vaak miljoenen euro’s’, zegt directeur Jaap Westerink van simulatiespecialist Ergo-Design. ‘Simulatie geeft volop inzicht in hoe het productieproces straks in de praktijk gaat functioneren en geeft dus zekerheid of een investering rendeert. Een wezenlijke vraag is of de flow van de verschillende processtappen adequaat is georganiseerd. Bottlenecks komen met simulatie boven water. Je kunt doorlooptijden meten en ook storingen aan procesonderdelen simuleren om daarvan weer te leren, tot op machine- en operatorniveau. De efficiencyverbeteringen voeren we in het simulatiemodel door, dat zo verder wordt geperfectioneerd.’

Doordat Hollander Techniek de data van de compressorbesturing uitleesbaar maakte, kon de ijsfabriek van Ben & Jerry’s in Hellendoorn zeven procent besparen op het energieverbruik van de koeling.

Ergo-Design werkte samen met Hollander Techniek aan een simulatie voor de fabriek van cv-ketelproducent Nefit-Bosch in Deventer. De vraagstelling daar was hoe met een steeds breder productassortiment de time-to-market te verkorten. Hollander Techniek realiseerde onder meer een datakoppeling tussen de PLC’s van de productiemachines en het door Ergo-Design gebouwde simulatiemodel. De procesparameters uit de dagelijkse praktijk kwamen realtime voor de simulatie beschikbaar, wat interessante informatie voor procesverbeteringen opleverde. Nefit-Bosch kon die direct doorvoeren voor een snellere en efficiëntere productie.

Westerink: ‘Bedrijven kunnen een simulatiemodel dagelijks gebruiken als analyse-instrument om sneller en slimmer te produceren, bijvoorbeeld om de productieplanning te toetsen. Stel, je moet een aantal spoedorders wegwerken. Schuiven met productorders is lastig maar met de simulatie kun je het hele fabrieksproces overzien en tijdig anticiperen op het verwerken van verschillende orders.’

De Ergo-Design-directeur zegt nog geen productieproces te zijn tegengekomen dat niet kon worden gemodelleerd. Is het niet kostbaar? ‘Je moet de kosten tegen de baten afzetten’, weet Westerink. ‘We beperken ons tot de essentie van de vraag. We werken met slimme bouwstenen en schieten niet door in een kostbare oplossing. Door de inzet van simulatie kun je bijvoorbeeld het aantal carriers in een transportsysteem reduceren. De prijs van een zo’n carrier ligt vaak hoger dan de kosten voor de simulatie.’ Volgens Westerink verdienen Simulation Based Scheduling-applicaties zich veelal binnen een jaar terug.

Ben & Jerry’s

Energie-efficiency krijgt op dit moment in veel gevallen nog onvoldoende aandacht in de industrie, terwijl er volop kansen zijn, constateert Fons Pennartz, teammanager Energie bij KWA Bedrijfsadviseurs, dat voor zo’n honderdvijftig bedrijven die aan de Meerjarenafspraken Energiebesparing (MJA’s) deelnemen een energie-efficiencyplan (EEP) opstelde. In zo’n plan stellen de bedrijven maatregelen vast om op hun energiegebruik te besparen. ‘Wat we zien, is dat als een bedrijf uitbreidt of vernieuwt de focus ligt op productkwaliteit of het opvoeren van de productie. Energie-efficiency verdwijnt vaak van het netvlies’, aldus Pennartz. ‘Bedrijven gaan meestal niet voor de meest energie-efficiënte vernieuwing. Dat zouden ze wel moeten doen. De investering wordt dan hoger maar in operationele kosten verdient zich dat later terug. Gemiddeld heb je zo’n investering er binnen drie jaar uit.’

Met recommissioning, het doorlichten en opnieuw inregelen van installaties, kunnen bedrijven eveneens snel en efficiënt energie besparen. Pennartz schetst het vooruitzicht van een energierendement van zeven tot vijftien procent. ‘Bedrijven kunnen nog veel energie besparen zonder zelfs te hoeven investeren. De capaciteit van bestaande installaties wordt vaak onvoldoende benut. Uitbreiding of vervanging zijn helemaal nog niet nodig.’

Als voorbeeld noemt hij de inspanningen in de ijsfabriek van Ben & Jerry’s in Hellendoorn om met de bestaande vriestunnel energiewinst te realiseren. Hollander Techniek slaagde erin de data uit de besturing van de koelcompressoren uitleesbaar te maken in de tijd. Crossanalyses van het vermogen en verbruik van de compressoren reikten allerlei verbeterkansen in energie-efficiency aan. ‘Zo slaagde het bedrijf erin de installatie regeltechnisch te finetunen voor een betere energieprestatie. Ben & Jerry’s heeft alleen maar hoeven investeren in de analysesoftware en de uren van de engineers.’ De ijsfabriek realiseerde een besparing van zeven procent op het energieverbruik van de koeling.

Brussel

Om subsidie voor hun innovatieprojecten te krijgen, konden productiebedrijven tot voor kort terecht bij de overheid. Subsidiespecialist Steven Lobregt van Sparkling Projects tempert de verwachtingen. ‘De Innovatievouchers van het ministerie van EZ zijn er niet meer, maar je ziet een comeback van deze vouchers op regionaal niveau.’ Deze vouchers (van vijf- tot tienduizend euro) kunnen bedrijven besteden aan het inhuren van kennis. Verder kunnen productiebedrijven net als andere ondernemingen profiteren van de fiscale regelingen zoals de WBSO, de Milieu- en Energie-investeringsaftrek en de RDA-plus (Research en Development Aftrek). Lobregt: ‘Voor de verbetering van productieprocessen bestaan geen subsidies, tenzij je als bedrijf tot een van de topsectoren behoort. Voor die sectoren is een compleet programma in het leven geroepen met tal van financieringsmogelijkheden voor R&D.’

Lobregt bespeurt een ontwikkeling van subsidies naar kredieten. ‘De rechttoe-rechtaan subsidies verdwijnen. Ervoor in de plaats komen revolving-fondsen. Als een bedrijf met succes een innovatie in de markt heeft gezet, moet het de hiervoor gekregen bijdrage terugstorten in zo’n fonds.’ Een aantal provincies heeft honderden miljoenen euro’s gestort in dit soort fondsen.

De overheid wil innovaties stimuleren die maatschappelijke gewenst zijn, zoals schone energie. ‘Ook wil ze met deze investeringen banen creëren’, legt Lobregt uit. Om kans van slagen op subsidie te hebben, moet een projectvoorstel vooral een hoge aaibaarheidsfactor hebben. ‘Voor bedrijven is het van belang goed uit te leggen wat een technische innovatie behelst. Herkenbare en maatschappelijk georiënteerde onderwerpen zijn een pre.’

Alleen in Brussel ligt nog ouderwets subsidie te wachten. ‘De Europese Commissie heeft tientallen miljarden euro’s beschikbaar voor innovatie in talrijke programma’s’, zegt Lobregt. ‘Vooral projectvoorstellen waarin sprake is van grensoverschrijdende samenwerking maken volop kans. Ook kijkt Brussel sterk naar het midden- en kleinbedrijf. Daar is veel subsidiegeld voor.’ Een projectvoorstel wordt soepel op de inhoud beoordeeld, weet Lobregt, maar de administratieve eisen zijn zwaar. ‘De Europese Commissie huivert ervoor te worden opgelicht.’

Pieter van den Brand is freelance journalist.