5g gaat het maken

Alexander Pil is hoofdredacteur van Mechatronica&Machinebouw.

12 maart 2019

De afgelopen anderhalf jaar zijn 5g-proeftuinen als paddenstoelen uit de grond geschoten. KPN ondersteunt fieldlabs in de haven van Rotterdam, Groningen, op de Automotive Campus in Helmond, rond de Johan Cruijff Arena in Amsterdam, en binnenkort een droneproject bij vliegveld Valkenburg. T-Mobile heeft toegezegd van Den Haag de eerste gemeente te maken met volledige 5g-dekking.

Alle deelnemende partijen en early adopters worden aangetrokken door de voordelen die 5g biedt: de technologie is zeer veilig en betrouwbaar, heeft een grote bandbreedte voor Gb/s dataoverdracht en is zo snel dat de latency verwaarloosbaar is. Die technische pluspunten maken 5g interessant voor talrijke toepassingen. Vrijwel alle bedrijfstakken zullen er door worden geraakt, als je sommige optimisten mag geloven. Autonomie is vaak het sleutelwoord: autonome auto’s, autonome robots en autonome drones profiteren allemaal van snellere communicatiemogelijkheden. 5g zal zeker impact hebben op hoe we systemen ontwerpen. Denk aan sensoren die je vrij in je machine kunt plaatsen of dynamische bruggen die verdwijnen omdat datakabels overbodig worden. De crux zit in de lage latency. Met 5 ms kun je gegevens op en neer naar een datacentrum in Londen sturen en ondertussen wat berekeningen doen. Dat maakt cloud-in-de-loopapplicaties mogelijk. Een robot kan zijn rekenwerk voor een groot deel in de cloud uitvoeren, zonder dat zijn acties daaronder lijden.

Ook in de maakindustrie is er genoeg te winnen met 5g. In alle fases – design, uitrol, gebruik en onderhoud – heeft het zijn eigen voordelen. Operators hebben vrijwel realtime de beschikking over de benodigde informatie en kunnen live feedback krijgen of video-instructies volgen. Door alle machines, tools, robots en mensen te verbinden, verhoog je de capaciteit en de flexibiliteit van je fabriek, bijvoorbeeld doordat je de machine alvast opstart als je in de bus op weg naar je werk bent. Alom aanwezige sensoren voorzien onderhoudsmanagers van up-to-date informatie en vertellen wanneer het tijd is om het gereedschap of de lager te vervangen. Ook de logistiek is een stuk eenvoudiger met veilige en snelle communicatiesystemen.

Een van de uitdagingen is opvallend genoeg van politieke aard. In het Friese Burum staat een satellietgrondstation die de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten gebruiken voor onderschepping van satellietcommunicatie. Dat afluistercentrum opereert in dezelfde 3,5 GHz-frequentieband als 5g. Omdat de twee toepassingen te veel interfereren, moet het interceptiestation verhuizen, heeft het kabinet al besloten. Maar waarheen? Als het op Nederlands grondgebied blijft, blijft een groot deel van het land verstoken van 5g-communicatie. Geen goede optie. Aan de andere kant vraagt het heel wat diplomatieke vaardigheden als we op dit terrein met een buitenlandse partij in zee gaan. Bovendien moet het land waar de schotels komen te staan een 5g-vrije zone hebben. De tijd begint langzaam te dringen, want eind 2020 moet Nederland, net als alle andere EU-lidstaten, voldoende ruimte hebben vrijgemaakt in de 3,5 GHz-band voor draadloos breedband.

Over spioneren gesproken, criticasters vrezen dat 5g een gevaar voor de nationale veiligheid kan opleveren. Het aantal aanbieders van de technologie is namelijk beperkt en twee belangrijke komen uit China. Als bijvoorbeeld Huawei het netwerk aanlegt, zou de Chinese geheime dienst ons via een achterdeurtje kunnen afluisteren. Verschillende Europese landen hebben de inbreng van de Chinese telecomgigant met wetgeving ingeperkt. Het Nederlandse kabinet moet hier nog een ei over leggen.

5g heeft nog een politiek tintje. De geavanceerdere opties van de technologie vergen meer antennes en andere infrastructuur dan de vorige generaties. Dit vanwege de hogere frequenties, die minder ver dragen. Voor millimetergolven moet je denken aan een kastje op elke lantaarnpaal. Dat maakt de aanleg van 5g-netwerk een zeer duur klusje. Telecomproviders zouden naar schatting dertig tot veertig procent van de kosten kunnen besparen als ze een netwerk mogen delen. In andere landen is dat gewoon toegestaan – in Italië sloten Tim en Vodafone bijvoorbeeld onlangs zo’n samenwerkingsdeal – maar de Nederlandse telecomwet verbiedt network sharing. De extra inkomsten uit licentiecontracten zijn natuurlijk lekker voor de staatskas, maar het maakt de uitrol van 5g er niet makkelijker op.

Technisch gezien, staat 5g er goed voor. We moeten nog wel even 5g-ready sensoren en actuatoren ontwikkelen, maar er liggen ook een paar fikse uitdagingen voor de implementatie en uitrol. Hoe eerder de Haagse politici de drempels gladstrijken, hoe sneller ze in hun eigen stad profijt trekken van de kracht van 5g.